In mijn dagelijkse leven vecht ik voortdurend met onzekerheid, voel mij kwetsbaar. Als sporter maak ik mij zorgen of ik wel de juiste trainingen uitvoer, of ik genoeg train. Als trainer/coach ben ik steeds op zoek naar de juiste woorden en aanwijzingen om iemand een stap verder te brengen, daarvoor moet ik de moed opbrengen om iemand uit zijn comfortzone te halen. Mogelijk gaat iemand letterlijk of figuurlijk onderuit, daar moet ik dan mee omgaan.
“Het is niet de criticus die telt.
Het is niet de man die aanwijst hoe de doener van daden valt en struikelt ,
of de weldoener dingen beter zou hebben kunnen aanpakken,
Het lof is voor de man in de arena,
wiens gezicht ontsierd is door vuil en bloed en zweet,
die heldhaftig zijn best doet,
zich vergist, en keer op keer fouten maakt,
omdat er geen enkele inspanning zonder missers en tekortkomingen is;
Maar voor hem die echt vooruit streeft,
met groot enthousiasme en grote toewijding;
hij die zichzelf geeft voor een hoger doel;
Als hij in de arena staat, viert hij in het beste geval zijn triomfen van zijn inspanningen,
maar als hij faalt, als hij verliest, doet hij dat met grootse moed.
Hij zal nooit tussen de kille en bange zielen staan, die überhaupt geen winst of verlies kennen.”
De eerste keer kwam ik in aanraking met deze quote toen ik de TED presentaties van Brené Brown bekeek. Na haar eerste presentatie in 2010, “the power of vulnerability” de kracht van kwetsbaarheid, sprak zij in 2012 de tweede keer op een TED conferentie, nu met de titel “listening to shame” luisteren naar schaamte. In deze laatste presentatie haalt zij deze quote van Theodore Roosevelt aan.
Gisteren sloeg ik het boek van Bruce Conner “Faster as a master” open en las in de inleiding deze quote opnieuw. Bruce Conner is een inmiddels 58-jarige langebaan schaatser die op 48-jarige leeftijd besloot zich te willen plaatsen voor het olympisch kwalificatie toernooi voor de winterspelen van Turijn in 2006. Over de weg die hij ging heeft hij een blog bijgehouden en nu een boek uitgegeven. Uiteindelijk plaatste hij zich voor de olympische kwalificatie toernooien voor Turijn, Vancouver en Socchi.
Overigens wordt deze inleiding geschreven door Bruce’s broer, Bart Conner die als turner zelf deelnam aan 3 olympische spelen (1976, 1980, 1984) en die getrouwd is met turnster Nadia Comaneci.
Ruim een jaar geleden opende ik een workshop voor trainers en instructeurs met precies deze quote, met de bedoeling om iedereen een compliment te geven voor hun inzet, voor het feit dat zij steeds in de arena gaan staan. Of de boodschap destijds werkelijk is over gekomen weet ik niet helemaal zeker, maar daar was ik mij vooraf van bewust.
Opnieuw word ik gegrepen door deze prachtige woorden van Roosevelt van meer dan 100 jaar geleden.
Het past precies bij mijn streven om steeds groei te stimuleren, bij mij zelf maar vooral bij mijn klanten. Om jezelf te verbeteren, om te groeien kom je er namelijk niet onderuit om je buiten de comfortzone, op onbekend terrein te begeven, dat maakt onzeker en kwetsbaar. Verder zullen er zeker tegenslagen zijn en zul je hier en daar wat figuurlijke schrammen oplopen, dat hoort erbij. Leren doe je door te vallen en weer op te staan. Uiteindelijk behaal jij de overwinning en komt tot hoge prestaties.
Dit inzicht past perfect bij onze kennis van trainen, steeds opnieuw prikkel je het lichaam om net iets meer te doen dan gewend, je verlegt je grenzen.
Groeien kan alleen als je je kwetsbaar opstelt door open te staan voor het nieuwe. Vervolgens is er veel moed nodig om te streven naar hogere doelen, op gebied van sport, maar ook op gebied van werk of relaties.
In mijn dagelijkse leven vecht ik voortdurend met onzekerheid, voel mij kwetsbaar. Als sporter maak ik mij zorgen of ik wel de juiste trainingen uitvoer, of ik genoeg train. Als trainer/coach ben ik steeds op zoek naar de juiste woorden en aanwijzingen om iemand een stap verder te brengen, daarvoor moet ik de moed opbrengen om iemand uit zijn comfortzone te halen. Mogelijk gaat iemand letterlijk of figuurlijk onderuit, daar moet ik dan mee omgaan.
Dan sta ik in de arena en ga voor het hoogst haalbare, voor mijzelf en voor anderen, want ik weet dat de blijdschap en de voldoening aan het eind van de rit groot zal zijn.