train-to-train, train-to-compete, train-to-win
Allemaal titels van verschillende stadia in de ontwikkeling van sporters vanaf de jeugd tot op elite niveau. Oorspronkelijk stammen deze benamingen uit het zgn. Long Term Athlete Developement plan (Lange termijn atleten opleidingsplan) dat ontwikkeld werd door Istvan Bayli. NOC/NSF, maar ook vele andere sportbonden hebben dit raamwerk overgenomen in hun gelederen. Zo ook de KNSB bijvoorbeeld.
In de praktijk moet er nog het nodige werk verricht worden om in alle gelederen van de sport deze opzet te laten doordringen. En dat is heel belangrijk mijnsinziens, niet alleen in het opleiden van topsporters, juist vooral ook voor breedtesporters. Einddoel van het LTAD is immers “een leven lang sporten”, wat extreem belangrijk is in huidige tijden van veel zittende beroepen.
In mijn dagelijkse praktijk als trainer/coach begeleid ik ook sporters die op latere leeftijd het sporten hebben ontdekt en dus niet spelenderwijs allerlei bewegingspatronen en technieken hebben aangeleerd. Juist hen moet ik langs de verschillende stadia van het LTAD leiden om vervolgens de rest van hun leven prettig en vooral ook gezond te sporten.
Onlangs nam ik deel aan de cursus Train-to-train voor krachttraining, waarin ik weer eens nadrukkelijk met neus op deze feiten werd gedrukt. Vooral juist het stadium van Learn-to-train hebben we tijdens de cursus uitgebreid belicht, dit bleek noodzakelijk. Het was een fantastische cursus, zoveel geleerd en nog zoveel indrukken die door mijn hoofd spoken. Maar het bewustzijn is wakker.
Ook in de duurtraining zijn deze stappen in de opleiding van een sporter belangrijk. Zo vroeg mijn dochter Anna(14) mij wat er nodig is om volgend schaatsseizoen een serieuze stap vooruit te zetten en tegelijkertijd een leuk wielerseizoen te hebben. Daarvoor hebben we een plan gemaakt, en ik begeleid haar nu alsof zij één van mijn klanten is, tenminste qua planning. Een heel bijzondere uitdaging want ik wil absoluut ook in mijn vaderrol blijven, en haar vooral niet opjagen. Dus nu adviseer ik haar in haar trainingen zodat zij zelf steeds de keuzes maakt en zelf de drijvende kracht blijft. Dat betekent wel dat mijn advies ook kan zijn dat ze moet doorzetten om in het systeem van het masterplan te blijven, in zoverre moedig ik haar aan.
Op dit moment staat het leren trainen en trainen in het teken van het wielrennen en is dus voornamelijk gericht op uithoudingsvermogen. En vanuit mijn perspectief en mijn specialisme in trainen met vermogensmeter, heeft zij dus nu ook een powermeter op haar fiets, een Rotor INpower crank.
De eerste stap in het kader van Learn-to-train vond vorige week plaats op de flank van de Baraque Michel, waar we de allereerste FTP test gedaan hebben. Zij registreerde best indrukwekkende cijfers voor een jonge meid van 14, 176Watt/20′ dus FTP=167Watt, 3,3W/kg.
De volgende stap is nu het uitproberen van verschillende trainingsvormen, dus verschillende interval trainingen. Maar eerst gaan we bespreken welke zones er zoal zijn, en waar dat goed voor is die indeling.
Inmiddels zijn we ruim een week verder en heeft Anna inmiddels al wel een gevoel gekregen voor wat de verschillende zones zo inhouden, alleen al door rustige duurrondjes raak je er ook steeds beter in thuis. Daarbovenop ook meteen de eerste wedstrijd als Nieuweling, de Marianne Vos Classic, meteen een klassieker ook nog. Heel spannend, maar ik had er toch een erg goed gevoel over, zeker gezien de cijfers die ze eerder optekende. En dat bleek ook tijdens de wedstrijd, ze kon het heel goed bijbenen, en dat met zoveel spanning in het lijf, heel knap, vooral ook een trotse pappa.
Vanavond hebben we de eerste echte interval training gedaan, een VO2 max training met intervallen van 10X 40s met 20s rust. En hoewel dit alles nog steeds in teken staat van learn-to-train en train-to-train, zie ik toch uiteindelijk een kwalitatief zeer hoogwaardige training ontstaan. Dus daar waar je denkt het mag gerust een beetje speels zijn en de kwaliteit hoeft niet perfect te zijn, is het dat wel.
Natuurlijk heeft dit ook met het karakter van Anna te maken, zij is wel een strebertje.
Verder doordat wij trainen met vermogen als richtlijn, kan iedereen op maat en dus even goed trainen. Maar ook door gebruik te maken van de RPE schaal, dus een trainingssturing op basis van gevoel kan dit bereikt worden. Daarmee schakel ik verschillen in biologische leeftijd of ervaring uit. Onze training van vandaag speelde zich af op RPE niveau 9.
Zo zie je dus in de praktijk dat er geen reden is om de stadia van learn-to-train en train-to-train over te slaan, want waar men bang is dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van trainingen, ben ik ervan overtuigd dat juist het tegendeel waar is. Doordat biologische leeftijd in ieder geval tijdens trainingen buitenspel gezet worden, zullen laatbloeiers ook hun succesbeleving gaan hebben. En dat is voor wielrennen juist erg belangrijk aangezien vaak de aanvankelijke lichtgewichten de sport al hebben verlaten voordat zij werkelijk tot bloei zijn kunnen komen. En om in het wielrennen met name als ronderenner een kans van slagen te hebben, is juist een laag lichaamsgewicht van belang.
Wil je hierover meer weten? Bel of mail, 06-27022691 vincent@togrow.eu